Zie jij door alle ‘groene’ termen het bos niet meer? Er bestaan zoveel termen, welke term is nu echt duurzaam en wat betekent het nu eigenlijk? Goed om te weten dat al deze termen vrij te gebruiken zijn door bedrijven, zie ook mijn blog over Greenwashing.
Duurzame mode : Duurzame mode heeft als streven om mode te maken die gemaakt wordt met de grondstoffen van nu, zonder af te doen aan de kwaliteit en schade toe te brengen aan mens/natuur. Het uitgangspunt is mode te maken die de productie- en consumptieschade verminderd aan, milieu, omgeving, mens, dier en economie.
Ethische mode : Bij ethische mode zijn de human rights het uitgangspunt, over de gehele productieketen. Hierbij is het belangrijk dat een ieder die meewerkt in de productieketen hierin de juiste werkomstandigheden werkt. Ethische mode richt zich op aandachtspunten zoals leefbare loon, arbeidsomstandigheden en dierenwelzijn.
Circulaire mode : Mode die geproduceerd wordt om te kunnen hergebruiken, mode die letterlijk circulair blijft. Fast fashion wordt geproduceerd voor een enkele keer dragen, circulaire mode doet dit niet. Deze kledingstukken zijn bedoeld om vaker dan eens te dragen of te hergebruiken voor een ander product. Dit wordt gedaan om te kiezen voor beter kwaliteitsgaren en stoffen, waardoor het product langer mee gaat.
Slow fashion: Bij slow fashion draait het om kwaliteitsartikelen die lang meegaan, het is de overkoepelende term voor alle mode die gemaakt is om meer dan eens te dragen. Het is de tegenhanger van ‘fast fashion’ en het productieproces is vaak een stuk beter voor het klimaat. In tegenstelling tot bij fast fashion wordt hierin niet gekeken naar trends maar worden er tijdloze artikelen gemaakt, zodat de consument er lang draagplezier van heeft.
Fast fashion : Bij fast fashion merken draait het letterlijk om ‘snelle’ mode. Dit houdt in, zoveel mogelijk kledingstukken verkopen in een zo kort mogelijke tijd. Dit herken je door grote collecties, regelmatig nieuwe artikelen en regelmatig (of altijd) uitverkoop. Fast fashion moet zo goedkoop mogelijk verkocht en dus ook geproduceerd worden. Fast fashion draait om het meegaan met de trends.
Vegan : Net zoals bij voeding kennen we in de modeindustrie ook veganistische artikelen. Dit betkekent dat het niet gemaakt is van dierlijke materialen, zoals wol of leer.
Biologisch : Een term die omschrijft dat het product gemaakt is van natuurlijke materialen. Dit zegt nog niets over het productieproces. Deze producten zijn gemaakt zonder het gebruik van synthetische pesticiden of organismes.
Upcycling : Het hergebruiken van materialen om er een nieuw artikel van te maken, bij upcycling wordt de vezel zelf niet bewerkt.
Recycling : Het proces van het gebruiken van materialen en dit omvormen tot een nieuw product. Bij recycling materialen wordt het product geheel bewerkt zodat het gebruikt kan worden tot een ‘nieuwe’ vezel. Zoals bij reclyced polyester of recycled katoen.
Greenwashing : Een term die gebruikt wordt om een marketingtruc te beschrijven. Hierin gebruiken bedrijven termen waaruit zij lijken duurzaam te produceren maar dit eigenlijk niet doen. Ze zijn niet transparant over het proces maar gebruiken wel termen als ‘conscious’ en groene hangtags aan hun kleding. Zo lijken ze duurzamer te zijn dan ze eigenlijk zijn.
Zero waste fashion : Het doel van deze vorm van mode is het verminderen van afval over de hele linie. Bij het knippen, ontwerpen en design wordt rekening gehouden met zo min mogelijk afval. Bijvoorbeeld door het gebruik van een projector tijdens het knippen van de naaipatronen uit de stof. Hierdoor is er geen papier nodig om de patronen te knippen.
Geef een reactie